SCHEUR IN HET LABRUM GLENO’DALE






De schouder bestaat uit drie botstukken: het sleutelbeen, het opperarmbeen en het schouderblad. Een gedeelte van het schouderblad, het glenoïd, vormt de kom van de schouder. Maar dit deel is erg ondiep en plat. Het kommetje van het glenoïd wordt vergroot door het labrum, dit is een rand van zacht materiaal dat bestaat uit kraakbeen en bindweefsel.
Het zachte materiaal van het labrum kan klem komen te zitten tussen het glenoïd en de kop van het bovenarmbot (humerus). Als dat gebeurt, kan het labrumweefsel scheuren.
Een labrumscheur veroorzaakt een scherp gevoel alsof de schouder uit de kom schiet of klem zit bij bepaalde bewegingen. Meestal wordt dit gevolgd door een kloppend gevoel in de schouder gedurende enkele minuten.
Daarna kan pijn optreden, meestal bij bewegingen boven het hoofd. Bij het optillen van de arm heeft men het gevoel dat de schouder klem zit. Als de arm boven het hoofd gebracht wordt, doet dit pijn. Ook ‘s nachts kan de pijn aanwezig zijn vooral als men op de schouder ligt. Bewegen gaat minder goed en er kan sprake zijn van krachtsverlies.
Een scheur in het labrum glenoïdale valt onder CANS, dit staat voor ‘complaints of the arm, neck and/or shoulder’, oftewel klachten van de arm, nek en/of schouder. Dit is een omschrijving van een klachtencomplex die door veel zorgverleners wordt gehanteerd.
Waardoor kan het komen?
De meeste labrumscheuren worden veroorzaakt door een trauma bijvoorbeeld een val, een klap tegen de schouder of een plotselinge ruk aan het gewricht. Ook een heel krachtige reikende beweging kan dit veroorzaken.
Daarnaast kan de scheur veroorzaakt worden door langdurige overbelasting.
Ook bij instabliliteit van de schouder kan het labrum beschadigd raken en scheuren.
Hoe wordt het vastgesteld?
De arts kan aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek vermoeden dat het om een scheur in het labrum glenoïdale gaat. Bij een lichamelijk onderzoek zijn er verschillende testen van de schouder die de symptomen kunnen opwekken.
Als de arts denkt dat er sprake is van een scheur, kan dit door middel van een MRI of een arthroscopie (kijkoperatie) met zekerheid worden vastgesteld. De scheur kan door middel van de arthroscopie ook hersteld worden.
Wat kan helpen?
De pijn die door de scheur wordt veroorzaakt, kan door middel van ontstekingsremmende pijnstillers bestreden worden.
Verder kunnen de omliggende spieren (rotator cuff spieren) door middel van fysiotherapie getraind en versterkt worden.
Als de scheur groot is, kan de schouder instabiel worden. In dat geval moet de scheur door middel van een operatie gerepareerd worden. Na de operatie moet men door middel van fysiotherapie revalideren. De activiteit van de schouder dient onder begeleiding langzaam opgebouwd te worden en de rotator cuff spieren moeten getraind worden.
Wie kan helpen?
De huisarts is in eerste instantie bij de behandeling betrokken. Daarnaast kan de fysiotherapeut bewegingsadvies geven. Ook is de fysiotherapeut betrokken bij de revalidatie na een operatie. Onder begeleiding wordt de schouder getraind en de spieren versterkt.
Als een artroscopie moet worden uitgevoerd of als de scheur door middel van een operatie (artroscopie) moet worden hersteld, wordt dit gedaan door een orthopedisch chirurg.
Ermee leven
Het is belangrijk dat onder begeleiding van fysiotherapie de schouder goed wordt gebruikt. Het kan over het algemeen geen kwaad om met deze aandoening aan het werk en in beweging te blijven. Het is belangrijk om overmatige belasting te vermijden. Bepaalde werkzaamheden kunnen echter moeilijk zijn zodat sommige mensen zich misschien kortdurend ziek melden. Het is over het algemeen gunstiger voor het herstel om naar het werk te blijven gaan en het werk tijdelijk aan te passen. Hiervoor kan overleg met de leidinggevenden of bedrijfsarts nuttig zijn.
Als werken tijdelijk niet lukt, is het raadzaam om wel contact te houden met collega’s en leidinggevenden.
Ook als u zich niet meldt, kunt u wel een afspraak maken met de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige om de problemen op het werk te bespreken. Misschien is het mogelijk om met kleine aanpassingen aan het werk te blijven. Informatie over het open spreekuur kunt u krijgen bij de arbodienst van uw werk.
De bedrijfsarts en de huisarts kunnen informatie uitwisselen om de begeleiding optimaal op elkaar af te stemmen, maar nooit zonder toestemming van de patiënt. Tegenwoordig is het wettelijk geregeld dat zowel de werkgever als de werknemer zich moeten inzetten voor hervatting van werk (Wet Verbetering Poortwachter).
Bronnen: Orthopedie – prof. dr. J.A.N. Verhaar, prof. dr. A.J. van der Linden