GESCHEURDE KRUISBAND

In het kniegewricht liggen twee kruisbanden: de voorste en achterste kruisband. Deze banden lopen gekruist en hebben als functie bewegingen van de knie te geleiden en te remmen. Elke band voorkomt dat het onderbeen in een bepaalde richting verschuift.

Door het scheuren van de kruisband ontstaat er vaak een bloeding in het kniegewricht waardoor de knie binnen enkele uren dik wordt en veel pijn doet. De pijn kan samen gaan met een gevoel van misselijkheid. Wanneer een kruisband scheurt, hoort men in de meeste gevallen (80%) een ‘knappend’ geluid in de knie.
De mediale (midden) collaterale band en de voorste kruisband raken vaak beschadigd, de achterste kruisband en de laterale collaterale band minder frequent. (De collaterale banden bevinden zich aan de binnen en buitenzijde van de knie.)
Als een kruisband gescheurd is, heeft men last van de volgende verschijnselen:

  • Men zakt door de knie en heeft een instabiel gevoel.
  • Men kan nauwelijks meer op het been lopen.
  • Het kniegewricht kan nauwelijks worden gestrekt, de knie zit ‘op slot’.

Na twee tot drie weken slinkt de zwelling. De pijn verdwijnt hierdoor en de knie kan weer voorzichtig belast worden.
Waardoor kan het komen?
Meestal ontstaat een gescheurde kruisband tijdens een ongeluk of bij het sporten. De oorzaak is een abrupte draaibeweging in het kniegewricht. Dit kan gebeuren als men valt terwijl de voet ‘vast’ staat, bij verstappen, uitglijden of bij het direct omdraaien na een sprong. Het onderbeen blijft staan terwijl het bovenbeen naar buiten draait.
Als deze beweging snel, ongecontroleerd en te ver wordt doorgevoerd, komt de kruisband onder te grote spanning te staan en kan scheuren. Er kan tegelijkertijd ook letsel ontstaan aan de binnen meniscus (mediale meniscus) en/of aan de binnenband (mediale band).
Hoe wordt het vastgesteld?
De huisarts of Eerste Hulp informeert en controleert:

  • Hoe het letstel tot stand is gekomen.
  • Binnen welk tijdsbestek de knie dik is geworden.
  • Of u op het been kunt staan (of onzeker of onstabiel aanvoelt.
  • Of de knieschijf van de plaats is geweest.
  • Of u in het verleden knieklachten heeft gehad.

Als de knie al binnen enkele uren is gezwollen, is het zeer waarschijnlijk dat er bloed in het gewricht aanwezig is. Door de zwelling is de knie te dik en te pijnlijk om te onderzoeken. De arts ontlast de knie door het bloed uit het kniegewricht te halen met een naald en spuit (punctie).
Daarna onderzoekt de arts de bewegelijkheid van de knie. Hiervoor moet u op de rug liggen en de knie licht buigen. De arts probeert vervolgens het onderbeen naar voren te schuiven (de schuiflade test).
Wanneer het aanvoelt alsof het onderbeen ‘los’ van het bovenbeen kan bewegen, is er sprake van een voorste kruisbandletsel (knie-instabiliteit). Het is moeilijk om een gezwollen knie te onderzoeken en kan pijnlijk zijn voor de patiënt. Om eventuele botbreuken of letsel aan de meniscus uit te sluiten, kunnen er röntgenfoto’s gemaakt worden.
Ook kan u worden doorverwezen naar een orthopedisch chirurg om tot een goede diagnose te komen. Deze specialist kan besluiten om een MRI-scan van de knie te laten maken om te kijken of er nog andere delen van de knie beschadigd zijn. Als er al röntgenfoto’s zijn gemaakt, laat de specialist een MRI-scan meestal achterwege.
De specialist kan ook door middel van een kijkoperatie (arthroscopie) kijken of er andere delen van de knie beschadigd zijn, bijvoorbeeld de meniscus of andere kniebanden. Een kijkoperatie is een kleine ingreep en gebeurt onder plaatselijke verdoving. De specialist maakt hierbij een klein gaatje in de knie en kan met een kleine camera gedetailleerd in de knie kijken. Kleine problemen kan de specialist vaak direct verhelpen.
Een kijkoperatie is geen standaardprocedure, het is afhankelijk van de specialist of deze wordt uitgevoerd.
Wat kan helpen?
Als blijkt dat er geen sprake is van een botbreuk, brengt de arts een drukverband aan om de knie. Dit drukverband voorkomt verdere zwelling. Om de knie te ontlasten, dient u enkele weken met krukken te lopen.
Het kan zijn dat u enige tijd in gips moet lopen teveel bewegen van de knie tegen te gaan. Daarna is het raadzaam om de spieren intensief te trainen voor stabiliteit.
Maar het kan ook voorkomen dat men voorgoed een brace nodig heeft om instabiliteit tegen te gaan.
De huisarts en orthopedisch chirurg raden, als dat nodig is, eerst fysiotherapie als behandeling aan. Als dat niet het gewenste resultaat geeft, kan een kruisbandoperatie worden overwogen.
Wie kan helpen?
In eerste instantie komt men bij de huisarts of Eerste Hulp terecht. De huisarts zal doorverwijzen naar de fysiotherapeut. Als de klachten aanhouden, komt men bij de orthopedisch chirurg terecht.
Bronnen: Orthopedie, prof. dr. J.A.N. Verhaar
Online bronnen: Knie.nl; Voorstekruisband.nl