FROZEN SHOULDER

De letterlijke vertaling van frozen shoulder is ‘bevroren schouder’. Meestal beginnen de klachten met een pijnlijke en stijve schouder. Er treedt plotseling een hevige pijn in de schouder op en de arm kan daardoor niet bewogen worden.

Soms is er een duidelijke oorzaak aan te wijzen, zoals een val op de schouder, maar vaak ook niet.
Bij een frozen shoulder zijn er meestal drie stadia:

  1. In het eerste stadium, dat twee tot negen maanden kan duren, is de pijn het hevigst. De pijn neemt ‘s nachts af. Beweging van het gewricht is slechts beperkt mogelijk.
  2. In het tweede stadium treedt er stijfheid op en is het bewegingsverlies het grootst. Dit stadium duurt vaak zo’n vier tot twaalf maanden. De pijn blijft aanwezig, maar is vaak minder hevig.
  3. In het laatste stadium verbetert de schouderfunctie zich weer. Dit kan zo’n vier tot twaalf maanden in beslag nemen. Geleidelijk verdwijnt de stijfheid en de pijn vanzelf.

Frozen shoulder valt onder CANS, dit staat voor ‘complaints of the arm, neck and/or shoulder’, oftewel klachten aan de arm, nek en/of schouder. Dit is een omschrijving van een klachtencomplex die door veel zorgverleners wordt gehanteerd.
Waardoor kan het komen?
Een frozen shoulder kan bij iedereen optreden maar komt het meest voor bij vrouwen ouder dan 50 jaar en mensen met suikerziekte, hartproblemen en schildklieraandoeningen. Het is niet duidelijk hoe dit precies komt. Ook een gewrichtsontsteking in de schouder bij een reumatische ziekte kan aan de frozen shoulder vooraf gaan. Tevens kan een ongeval of operatie de oorzaak zijn.
Aan een frozen shoulder gaat meestal een slijmbeursontsteking, een aanhoudende irritatie van de pees (tendinose)of een ontstoken gewrichtskapsel vooraf.
Soms is er helemaal geen oorzaak te vinden.
Hoe wordt het vastgesteld?
Een frozen shoulder wordt door middel van lichamelijk onderzoek vastgesteld. Vaak worden er röntgenfoto’s gemaakt en soms ook een arthrografie maar daarop zijn geen afwijkingen zichtbaar.
Wat kan helpen?
De behandeling richt zich op het bestrijden van pijn door middel van pijnstillers en corticosteroïden. Daarbij is het belangrijk dat de schouder wordt losgemaakt en vervolgens in beweging blijft, bijvoorbeeld door middel van manuele therapie en oefentherapie. Er kunnen ook oefeningen voor thuis worden geadviseerd, om het gewricht soepel te houden en blijvende bewegingsbeperking tegen te gaan.
Bij langdurige klachten waarbij de behandeling door een fysiotherapeut of manueel therapeut (eventueel gecombineerd met injecties) onvoldoende effect heeft, wordt soms het schoudergewricht onder narcose door een orthopeed losgemaakt. Oefentherapie zorgt vervolgens voor het verbeteren van de schouderfunctie.
Bronnen: Orthopedie – prof. dr. J.A.N. Verhaar, prof. dr. A.J. van der Linden